Over deze studie

Ontwerpen voor de eeuwigheid
Kan architectonische kwaliteit een indicator zijn voor de levensduur van een gebouw? Welke factoren maken dat architectuur toekomstwaarde heeft? Hoe komt het dat sommige gebouwen eeuwenlang in gebruik blijven terwijl andere de vijftig jaar niet halen? Dat zijn de vragen die centraal stonden in de studie ‘Great spaces’.

Ruurd Roorda (ROORDAENDB architecten) en Bas Kegge (Geurst & Schulze architecten), de initiatiefnemers van deze studie, zochten samen met collega-architecten naar de factoren die de levensduur van een gebouw beïnvloeden. Het relatieve gemak waarmee sommige historische gebouwen geschikt blijven voor hedendaagse activiteiten en de doorgaande waardering voor veel van die gebouwen, laten het vermoeden ontstaan dat er gebouwen kunnen worden ontworpen die bestand zijn tegen de tijd. Lang gebruikte gebouwen waren in deze studie het onderzoeksmateriaal, de resultaten van deze studie kunnen ingezet worden voor het ontwerpen van nieuwe architectuur of voor de transformatieopgaven van vandaag.

cover publicatie Vital Architecture

Waarom we dit deden
Het doel van de studie ‘Great spaces’ was om inzicht te krijgen in de (architectonische) factoren die maken dat gebouwen blijven bestaan, dan wel gesloopt worden. Behalve naar architectonische factoren – die vrijwel altijd terug te voeren zijn op één van de principes van Vitruvius: bruikbaarheid, stevigheid en schoonheid – werd er ook gekeken naar factoren buiten het domein van de architectuur.

Aan de hand van een lijst met 100 gebouwen uit verschillende fasen uit de architectuurgeschiedenis (van 480 v. Chr. tot 2012) zijn een aantal gebouwen geselecteerd, onderzocht en met elkaar vergeleken.

Met de studie probeerden de deelnemers vast te stellen welke architectonische factoren bepalend zijn (geweest) voor het bereiken van een lange levensduur. Ze blikten vooruit naar de factoren die voor de toekomstwaarde van de gebouwen van vandaag van belang zijn. En wat architecten en opdrachtgevers daarvan kunnen leren.