Femke Kamp over de bewuste keuzes bij Rijnboutt
Aan de slag met circulaire principes
Femke Kamp heeft als specialiteit de integratie van duurzaamheid in het ontwerp. Tijdens haar werk bij Vastgoed & Campus van de Universiteit Utrecht heeft ze de duurzaamheidsvisie van de universiteit geïmplementeerd, onder andere door verduurzaming van de bestaande gebouwenvoorraad slim te koppelen met regulier onderhoud en ontwikkelprojecten. Sinds mei vorig jaar zet ze haar kennis en ervaring voor Rijnboutt in om duurzaamheid integraal onderdeel van het werk te laten zijn.
‘“Circulair ontwerpen als principe biedt houvast om zowel voor de huidige als voor toekomstige generaties
een goede gezonde gebouwde omgeving te creëren met veerkrachtig vermogen.”’
Wat betekent duurzaamheid eigenlijk voor jullie?
FK: Duurzaamheid benaderen wij vanuit de definitie People, Planet, Profit met als doel dat toekomstige generaties in dezelfde behoeften kunnen voorzien als onze huidige generatie. Als je dat vertaald naar de gebouwde omgeving betekent het dat wij ons verantwoordelijk voelen voor het creëren van een hoogwaardige en gezonde leefomgeving voor onze huidige en toekomstige generaties. Circulair ontwerpen sluit aan op onze missie na te denken over de toekomst: we toetsen ons ontwerp op veroudering, verandering (functie, klimaat), beheer en onderhoud en tijdloosheid. Daarnaast streven we naar hoogwaardige, lees kwalitatief goede en gezonde gebouwen. Ook dat is onderdeel van circulariteit.
Is circulariteit voor jullie dan iets anders dan duurzaamheid?
FK: Circulair gaat over meer dan hergebruik en materialen, een belangrijk aspect is ook levensduurverlenging en flexibiliteit, zodat sloop en nieuwbouw wordt voorkomen. Circulair betekent niks anders dan de kring rondkrijgen. Als je kijkt naar materialen praat je over circulair als de technische of de biologische kring gesloten is. De processen en transport die nodig zijn voor het rond krijgen van de cirkel moeten ook duurzaam zijn: hernieuwbare energie, geen uitstoot van gevaarlijke stoffen, afval, geen uitputting van grond, uitbuiting van mensen, betaalbaar enzovoort. Wil je het goed doen, dan komt daar dus heel wat bij kijken, maar het idee werkt wel en stap voor stap kan je het ontwerp, het proces of de borging verbeteren. Nadenken over andere contractvormen, eigenaarschap en waardering horen hier ook bij.
Je noemt nadenken als belangrijk element, hoe zien we dat bij jullie terug?
FK: Dat zit hem vooral in bewustzijn. Kwaliteit zit niet alleen in het materiaal. Ruimtelijke, ecologische, sociale en economische kwaliteiten moeten in balans zijn om een lange levensduur en optimaal, duurzaam gebruik mogelijk te maken. Dit geeft niet direct antwoord op hoe je dat nu doet, maar het gaat wel over verantwoordelijkheid. We moeten veel bewuster keuzes maken willen we de toekomstige generatie niet met een probleem opzadelen. Dat maakt ons vak misschien ingewikkelder, maar dat zien we als een uitdaging! Het dwingt ons om meer samenwerking te zoeken en het dwingt het hele bedrijfsleven om meer kennis te delen.
Tot slot, welke invloed heeft dat dan op jullie ontwerpproces?
FK: Circulair ontwerpen betekent voor ons niet dat we nu opeens andere gebouwen ontwerpen. Het betekent dat we nog beter ons best moeten, willen en gaan doen voor een duurzame samenleving. Door de aandacht voor de circulaire economie komen er steeds meer bedrijven en producten die het circulaire proces zeer ver hebben doorgevoerd. Daar maken wij als ontwerpers gebruik van om zo het niveau van duurzaamheid steeds hoger krijgen. Dat betekent ook dat we steeds bewustere keuzes maken en dat we door middel van ketensamenwerking andere partijen uitdagen om circulair (of gewoon duurzaam) mee te denken en te doen.
Een uitgebreide en geïllustreerde versie van deze visie is na te lezen op de website van Rijnboutt