De BNA heeft een klacht ingediend over een disproportionele nationale prijsvraag van een gemeente. De Commissie van Aanbestedingsexperts heeft geoordeeld dat zij zo’n klacht niet in behandeling kan nemen. De Aanbestedingswet is niet van toepassing op nationale prijsvragen. Blijkbaar zijn architecten vogelvrij bij dit soort selecties. Een zorgelijke ontwikkeling die de rechtsbescherming van ontwerpers uitholt. De BNA roept de politiek op om de rechtsbescherming bij prijsvragen te verbeteren.
Architecten vogelvrij bij nationale prijsvraag
Wat was er aan de hand?
Begin 2020 wordt de BNA door leden geattendeerd op een gemeentelijke prijsvraag die niet in de haak zou zijn. Het blijkt te gaan om een nationale openbare prijsvraag voor het ontwerp van een iconische uitkijktoren. Geïnteresseerde bureaus kunnen een ‘ontwerpschets’ met toelichting indienen. Een jury selecteert vijf bureaus die een vergoeding van € 1000 krijgen om hun ontwerpschets verder uit te werken. Die ontwerpschets blijkt neer te komen op een technisch uitgewerkt ontwerp. De BNA maakt via de nota van inlichtingen kenbaar dat zij de gevraagde inspanning te fors vindt voor een openbare procedure en de geboden vergoeding niet in een redelijke verhouding staat tot de inspanning. Vervolgens breekt de Corona-pandemie uit. De gemeente zet de prijsvraag tijdelijk on hold, maar roept geïnteresseerde bureaus op gewoon in te blijven zenden. Daags voor de uiterste inzenddatum maakt de gemeente bekend dat de inzendtermijn met 1 jaar (!) verlengd wordt. Op een moment dat de eerste geldige inzendingen reeds binnen waren. Dit alles is voor de BNA grond om een klacht in te dienen. De Commissie van Aanbestedingsexperts oordeelt nu dat zij deze klacht niet in behandeling kan nemen. De Aanbestedingswet is niet van toepassing op nationale prijsvragen.
Verrassing
“Het standpunt van de Commissie zagen we niet aankomen”, aldus Michel Geertse, beleidsjurist BNA. “We hebben reeds eerder geklaagd over een nationale ontwerpwedstrijd en toen heeft de Commissie onze klacht wel in behandeling genomen en gegrond verklaard.” De Commissie overweegt dat de Aanbestedingswet expliciet van toepassing is op Europese prijsvragen, maar dat er geen expliciete aanknopingspunten in Deel 1 van de Aanbestedingswet staan om aan te nemen dat dat ook voor nationale prijsvragen geldt. De Aanbestedingswet refereert simpelweg niet aan de prijsvraagprocedure in de afdelingen over onderdrempelige opdrachten. Geertse betwijfelt of daaruit af te leiden valt dat de wetgever beoogd heeft om nationale en onderhandse prijsvragen uit te zonderen van de werkingssfeer van de Aanbestedingswet. “Niet-Europese procedures zijn in principe vormvrij. Het is niet uit te leggen dat de wetgever wel spelregels beoogt voor een nationale aanbesteding, maar niet voor een nationale prijsvraag gevolgd door een onderhandelingsprocedure. Per saldo gaat het toch in beide gevallen om een overheidsopdracht die middels een meervoudige uitvraag in de markt gezet wordt.”
Meer rechtsbescherming
“Staatssecretaris Keijzer heeft onlangs een tweetal kamerbrieven verzonden waarin maatregelen uiteengezet worden om de rechtsbescherming van ondernemers bij aanbestedingen te verbeteren”, stelt Fred Schoorl, directeur BNA. “Dan kan het toch niet zo zijn dat bij ontwerpwedstrijden van de overheid architecten vogelvrij zijn. Als de Aanbestedingswet toch aangepast moet worden om de rechtsbescherming te verbeteren, dan kan gelijk expliciet in de wet vastgelegd worden dat deze ook van toepassing is op prijsvragen onder de EU drempel. De BNA roept de politiek op om dit te regelen.”