Het buitengebied in Nederland staat onder druk. De grote woningbouwopgave maakt dat gemeenten sinds lange tijd weer nieuwe uitbreidingsgebieden overwegen. Daarbij speelt natuurlijk ook de groeiende discussie over de omvang, type en aantal landbouwbedrijven i.r.t. de CO2 uitstoot mee. En de noodzaak voor het verbouwen van hergroeibare bouwmaterialen, de ruimte die duurzame energie opwekking inneemt en de groeiende behoefte en noodzaak voor meer natuur en recreatie. Al deze majeure thema’s komen samen in het buitengebied, zonder dat er duidelijke ideeën bestaan over hoe die verschillende belangen met elkaar in balans kunnen worden gebracht.
Binnen het buitengebied: ontwerpkracht gezocht!
Daar waar steden zich steeds beter ontwikkelen tot intelligente, veilige, gezonde en aantrekkelijke leefmilieus lijkt het buitengebied het risico te lopen het afvoerputje te worden van dat succes. Maar waar problemen elkaar raken ontstaan ook kansen. Hoe zijn al die aspecten die druk uitoefenen op het buitengebied te verenigen? En kunnen we dat, indien we dat intelligent en vernieuwend doen, weten om te zetten in meerwaarde? Het buitengebied lijkt te veranderen van ondergeschoven kindje naar een gewild gebied vol kansen en mogelijkheden. Tijd dus om deze te verkennen!
Integraal ontwerpen om landschap meerwaarde te geven
De complexiteit en de schaal van de opgave vraagt hoe dan ook om een integrale benadering waarin stedenbouwkundigen, landschapsontwerpers en architecten samen met alle stakeholders de toekomstige kwaliteit van de leefomgeving van het buitengebied onderzoeken. Inherent aan de opgave zullen programmatische concepten de basis vormen die niet alleen noodzakelijk, maar ook zeer uitdagend zullen zijn. Bijvoorbeeld het combineren van voedselbossen en zonneparken of natuurontwikkeling en wonen. Voor het verkennen van dergelijke, symbiotische concepten brengt het BNA Lokaal Netwerk Oosting verschillende netwerken bij elkaar om samen op zoek te gaan naar meer integrale en vernieuwende visies op het buitengebied, toegespitst op de context van Oost Nederland.
Veranderende rol architect
In deze ideeënvorming kan de architect de verbindende rol aannemen. Juist door het samenwerken tussen verschillende specialismen en de mogelijke resultaten hiervan te verbeelden ontstaat er een vliegwiel waarmee de oplossingsrichtingen worden versterkt en de haalbaarheid hiervan wordt vergroot. Door aandacht te vragen voor dit complexe thema wil BNA Lokaal Netwerk Oosting bewustwording en samenwerking versnellen.
Opzet
De twee fysieke bijeenkomsten vinden plaats in Rijssen. Op 24 november zal BNA-voorzitter Jolijn Valk de deelnemers welkom heten om daarna als echte verbinder actief mee te denken in de wijze waarop we elkaar kunnen inspireren om tot kansrijke ideeën en ontwerpen te komen voor het buitengebied. Shera van de Wittenboer is deze middag onze keynote en zal als adviseur landschap en erfgoed werkzaam voor het College van Rijksadviseurs (CRa) ons een beeld schetsen van alle landschappelijke thema’s en de grote ruimtelijke opgaven die op ons land afkomen. Daarna volgt er een paneldiscussie met diverse toonaangevende experts, waarbij wordt ingegaan op de uitdagingen en kansen die er vanuit de verschillende sectoren zijn. De deelnemers aan de sessie kunnen hierop reageren en interactie zoeken.
Op basis van de eerste bijeenkomst worden de deelnemers uitgedaagd door middel van schetsen en ideeën de risico’s en kansen in het buitengebied met ontwerpoplossingen te onderzoeken.
Tijdens de tweede bijeenkomst worden de ontwerpvoorstellen besproken met de Rijksbouwmeester en de experts. In de vorm van een debat zullen alle uitkomsten worden samengevat en van reflectie worden voorzien op de opgave, de resultaten, de kansen en de gevaren. Alle input, foto’s en samenvatting van de reflectie, zullen worden gebundeld in een reader.
‘Door je meer kwetsbaar op te stellen, ontstaat een groter begrip. Het zal helpen bij de moeilijke opgaven waar we op alle schaalniveaus voor staan. Francesco Veenstra’
Deelnemers
Zowel architecten als stedenbouwkundigen, landschapsontwerpers, waterschappen, vertegenwoordigers van land- en tuinbouw, recreatiebranche, woningcorporaties, overheden, natuurorganisaties, ontwikkelende bouwers etc., zijn welkom op deze tweedelige debat- en ontwerpsessies. Juist een integrale samenstelling van deelnemers maakt de interactie erg waardevol.
Foto: Gijs Versteeg