Op 29 juni 2018 heeft minister Ollogren de Eerste Kamer nader geïnformeerd over de wet en verzocht de behandeling van het wetsvoorstel te hervatten. De kritiek die eerder werd geuit over de rolverdeling van de gemeentes en kwaliteitsborger in het bouwproces wordt weggenomen door dit nieuwe voorstel. Duidelijk werd dat de Wkb-wet pas wordt doorgevoerd tijdens of na invoering van de nieuwe omgevingswet. We hebben het dan dus over 2021, het jaar dat een historische kans om de kwaliteit in de bouwsector naar een hoger niveau te tillen hopelijk wordt gepakt.
Dat de kwaliteit in de bouw omhoog gaat, komt ook ten goede aan de ontwerper. Een betere kwaliteit leidt tot goede producten. De kosten van de kwaliteitsborger in het bouwproces, zullen bij grotere bouwprojecten relatief gering zijn in relatie tot de verwachte vermindering van gemeentelijke leges. Echter, voor de kleinere opdrachten (villa’s, particuliere opdrachtgevers, optoppen of uitbreiding van een gebouw) worden het voelbare kosten die er bij komen. Naar ons idee zal dat juist leiden tot meer standaardoplossingen door de consument.
BNA-beleidsmedewerker Alexander Pastoors: “We hebben enorm gelobbyd dat de architect bij eenvoudige bouwwerken zelf de beoordeling van de kwaliteit op zich zou mogen nemen, maar de Tweede Kamer tilde zwaarder aan de volstrekte onafhankelijkheid van de kwaliteitsborger. Daar balen we enorm van, omdat we ervan overtuigd zijn dat ons alternatief eenzelfde kwaliteitsniveau levert dat goedkoper is voor particuliere opdrachtgevers.”
Er is nu dus nog geen actie nodig. De BNA houdt nauwlettend in de gaten of er nieuws is en informeert over de ontwikkelingen.