Meer leefbaarheid en ruimte
In 2016 vond de ontwerpstudie ‘Snelweg en stad – meer leefbaarheid en ruimte’ plaats. In deze studie werd een vijftal locaties langs de ringwegen van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht verkend op basis van ontwerpend onderzoek. Uitgangspunten waren hierbij toekomstbeelden waarbij autobezit een achterhaald statussymbool is, steden nog verder verdicht moeten worden vanwege de grote woningbouwopgave en waarbij het wagenpark emissievrij is. De studie was een gezamenlijk initiatief van BNA Onderzoek, de TU Delft, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, de provincie Utrecht, en de Directoraten-generaal Bereikbaarheid, Ruimte en Water en Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Begin 2016 werden er in verschillende steden milieuzones geïntroduceerd. De overheid stuurt op schoner autoverkeer, een ontwikkeling die ook door de technologische vooruitgang in de toekomst tot grote veranderingen zal leiden. Automatische en elektrische voertuigen zullen consequenties hebben voor het verkeer, modaliteitskeuzen, de bereikbaarheid, het ruimtegebruik, de infrastructuur en het milieu. Kunnen toekomstbeelden van deze aanstaande ontwikkelingen in combinatie met bestaande en voorgenomen plannen ons helpen om het huidige beeld van mobiliteit, infrastructuur en leefomgeving te relativeren? Wat zijn dan mogelijke kansen, ideeën en visies voor de ringwegen, de aantakking en wisselwerking met het stadsnetwerk en voor de nabij gelegen (bebouwde of onbebouwde) ruimte?
- In de twee Amsterdamse cases stond een transformatieopgave van belangrijke verbindingswegen die de ring A10 kruisen naar stadsboulevards met een gemengd programma centraal.
- In de twee Rotterdamse cases stond de gebiedsontwikkeling centraal rondom twee deeltracés van de huidige ring, die nu een grote barrière vormen en een zware milieubelasting zijn voor direct aangelegen woonwijken.
- De Utrechtse case was een complex vraagstuk rondom het Utrecht Science park en de verbindingen met de stad over de snelweg heen.
In deze ontwerpstudie onderzochten we de ‘ontwerptaal’ van dergelijke opgaven. Welke programma’s kunnen aan de veranderende manieren van vervoer worden gekoppeld? Welke stedelijke functies gedijen rond een snelweg en kunnen ook zorgen voor de juiste verdienmodellen? Kan de kleinschaligheid van de Nederlandse stad (een domein van fietsers en voetgangers) in relatie tot de grootschaligheid van de snelweg tot nieuwe ideeën leiden? Hoe adaptief of robuust zijn de voorgestelde oplossingen en ontwerpen binnen recent ontwikkelde toekomstscenario’s voor autobezit en geautomatiseerde voertuigen? Welke maatregelen zijn no-regret en wat kan meegroeien met de toekomstige ontwikkelingen?
De studie maakte creatieve energie los op het niveau van de vijf cases, en liet een breed scala aan mogelijkheden zien voor de toekomst van de ringwegen binnen het Nederlandse stedelijke landschap.
Zeven multidisciplinaire teams van architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, verkeersdeskundigen, ruimtelijk economen, planologen en andere disciplines keken met en onder begeleiding van de stakeholders naar de huidige situatie en toekomstscenario’s voor de ringwegen en het ruimtegebruik eromheen. De uitkomsten, een breed scala aan verrassende oplossingen voor de snelweg en zijn omgeving, laten niet alleen zien wat een ontwerpende blik vermag, maar bieden ook concrete handvatten voor de stakeholders: zij kunnen morgen al beginnen de eerste stappen te zetten.
Achtergrond en aanleiding
In opdracht van Rijksadviseur voor Infrastructuur en Stad, Rients Dijkstra hebben Atelier Rijksbouwmeester, West 8 en Michel Heesen in de studie ‘Naar een gezonde relatie tussen stad en snelweg’ (maart 2013) onderzocht hoe de snelwegsystemen van de drie grootste Nederlandse steden functioneren in relatie tot het (stads)landschap. De studie is een nauwkeurige analyse van de verschillende manieren waarop de snelwegen ingepast zijn in het stedelijke landschap: verhoogd (in verschillende varianten), verdiept (in verschillende varianten), en op het maaiveld.
De Nederlandse snelwegen zijn bijna onoverwinnelijke barrières geworden en roepen negatieve associaties op voor het (leef)milieu. Het is hoog tijd om na te denken over betere dwarsverbindingen en over een betere inpassing die negatieve milieueffecten reduceert. Integrale oplossingen, die tegelijkertijd met het opheffen van het knelpunt ook nieuwe ruimtelijke kansen creëren. Infrastructurele uitgaven kunnen dan als een investering worden gezien in beter gebruik en gezonder verblijf in de ruimtes rond de snelwegen. Het voorbeeld Barcelona toont onmiskenbaar aan dat dat ook kan en meerwaarde geeft aan bestaande en nieuwe werk-, woon- en recreatiemilieus.
In het verlengde van de inventariserende studie lijkt het nu zinvol om verder in te zoomen op de ontwerpaspecten en baten van dwarsverbindingen en ruimte-creërende inpassingen van delen van stedelijke snelwegen. Wat is de ‘ontwerptaal’ die dit soort infrastructuur onderdeel kan maken van een stad? Welke programma’s kunnen hier aan worden gekoppeld? Welke stedelijke functies gedijen rond een snelweg en kunnen ook zorgen voor de juiste verdienmodellen? Kan de kleinschaligheid van de Nederlandse stad (een domein van fietsers en voetgangers) in relatie tot de grootschaligheid van de snelweg tot nieuwe ideeën leiden? (In de kleinschaligheid onderscheidt Nederland zich ook van andere landen). En kunnen dwarsverbindingen op snelwegen ook worden gebruikt als multimodale knooppunten/overstapplekken/overslagfaciliteiten voor andere vervoerstypes? Zeker, nu de grote steden vervuilend auto- en vrachtverkeer willen gaan weren door uitgebreide milieuzones in te stellen en waarbij ringwegen de functie van stadwallen krijgen en transferia de stadspoorten worden van de 21e eeuw. Daarnaast kunnen de verwachtte technologische ontwikkelingen in de nabije toekomst – zoals automatische en elektrische voertuigen – allerlei consequenties hebben voor het verkeer, modaliteitskeuzen, het ruimtegebruik, de infrastructuur en het milieu. Kunnen toekomstbeelden hiervan ons helpen om het huidige beeld van bereikbaarheid en inrichting van de ruimte met infrastructuur, bebouwing en landschap te relativeren?
De initiatiefnemers van dit project denken dat ‘de ringweg-opgave’ gebaat is bij de verbeeldingskracht van de ontwerpende disciplines. Door middel van ontwerp krijgen de vraagstukken rond ontwikkeling van de snelwegzones verdieping, worden scenario’s uitgebeeld en worden mogelijke toekomsten bespreekbaar voor onder andere overheden en bewoners in het gebied. De studie legt door middel van ontwerp een verband tussen de doorontwikkeling van de ringwegen, de lokale ruimtelijke agenda’s en de mogelijkheden waar nog niet aan is gedacht.
De ontwerpstudie is opgezet als een ‘beleidsarm laboratorium’ en geeft de stakeholders en de deelnemers de mogelijkheid om vrijer te kunnen denken, om ideeën te genereren en om mogelijkheden te verkennen die nu nog ondenkbaar zijn. De uitkomsten en ontstane inzichten kunnen het beleid, de praktijk en de wetenschap voeden, stimuleren en een stap verder brengen in het denken en handelen ten behoeve van een mogelijke toekomst voor en rondom ringwegen in het stedelijke landschap.