Actueel / Nieuws

Diversiteit als grondhouding

Jolijn Valk en Francesco Veenstra, een tweegesprek.

Begin juli droeg Francesco Veenstra (48) de voorzittershamer over aan Jolijn Valk (42), de jongste voorzitter ooit. Over de verkiezing is al het nodige gezegd en geschreven. Daarom stappen ze daar in dit tweegesprek overheen, om te verkennen waar de komende jaren de kansen liggen voor zowel de branche als de BNA-vereniging. Over diversiteit als grondhouding en gebouwd geluk als verdienmodel.

We spreken 7 juli 2021: Francesco is gisteren door bestuur en BNA-team fietsend ‘naar huis gebracht’ van de Amsterdamse Jollemanhof naar het Delftse Vakwerkhuis. Jolijn is op haar beurt net voor de tweede keer gevaccineerd en heeft een koortsaanval. Twee gebeurtenissen die zich prima lenen als vertrekpunt voor dit tweegesprek tussen de zojuist afgezwaaide en de kersverse voorzitter: het zijn koortsachtige tijden en de BNA is in beweging, to put it mildly.

In het verlengde hiervan trapt Francesco graag af met een persoonlijke hart onder de riem: “Ik ben blij dat jij gekozen bent, Jolijn. Terugkijkend naar deze ‘verkiezingskoorts’ verbaas ik me nog steeds over een aantal reacties in de vakmedia nadat wij, het bestuur, jou hadden voorgedragen; reacties die ik niet kon los zien van het feit dat je een vrouw bent. Ik vond het pijnlijk om op die manier te constateren dat onze branche conservatiever is dan velen van ons denken, daar is echt werk aan de winkel voor ons allemaal. Diversiteit moet zo snel mogelijk een vanzelfsprekendheid worden, door er daadwerkelijk naar te gaan handelen, binnen onze bureaus maar ook in relatie tot gebruikers, opdrachtgevers en maatschappij. Mijn oproep aan de haantjes: de trein rijdt, spring mee op de trein en je zult zien dat het loont: moreel, maatschappelijk en zakelijk.”

Jolijn haakt hier graag op aan: “Ik vind het persoonlijk niet pijnlijk, het voelt juist heel krachtig. De groep die hier weerstand biedt is een kleine minderheid, die ook gehoord moet worden. De trein van diversiteit en inclusiviteit is echter niet te stoppen. En heel erg goed juist dat het bewustzijn breed gedragen wordt, het mag namelijk echt geen vrouwendiscussie zijn, dat is het niet. Het is een vaststelling van een maatschappelijke situatie. Meer niet, er is wat dat betreft geen schuldige aan te wijzen. Het roept alleen wel, nu je het weet, de vraag op: wat doe je ermee? Ik maak nog weleens mee dat bouwopzichters me aankijken en zich afvragen wanneer de architect komt. En opdrachtbrieven zijn bijna standaard gericht aan De heer Valk. Daar heb ik in de loop der jaren steeds beter mee leren omgaan, door het ongemak niet uit te weg te gaan maar te benoemen. Dat zal ik ook als voorzitter niet doen, omdat ik echt geloof dat het gesprek tot meer wederzijds begrip leidt.”

‘Het gaat juist over diversiteit als grondhouding, die maakt dat je ook in je ontwerpen laat zien dat je de wensen en noden van de gebruikers van een gebouw begrijpt.’

Het gaat haar dus niet alleen om diverser HR-beleid of over het aanpakken van de scheve man-vrouwverhoudingen. “Het gaat juist over diversiteit als grondhouding, die maakt dat je ook in je ontwerpen laat zien dat je de wensen en noden van de gebruikers van een gebouw begrijpt. Wij architecten moeten ons veel beter ontwikkelen tot geloofwaardige gesprekspartners, dat we ons verdiepen in de opdrachtgever en gebruikers, weten voor wie we bouwen. De ontwerpopgave voor een school in Amsterdam Zuid-Oost is wezenlijk anders dan die voor een school in Oud-Zuid. Net zo goed als dat in Groningen-Stad anders zal zijn dan in Groningen-Paddepoel. Dat is de kracht van architectuur. De opgave bevragen en doorvragen, in plaats van de minimum vereiste kwaliteit opzoeken. Ik betrap mezelf natuurlijk ook nog steeds te vaak op biases en vooroordelen, daarom dwing ik mezelf tot dóórvragen en sta ik open voor kritiek en adviezen. We moeten doorvragen voor wie we nog bouwen. De samenleving is heel verschillend. Die feedback is soms confronterend, maar het brengt je wel verder.”

Beider roep om nu door te pakken op het vlak van diversiteit is wat hun betreft onderdeel van een grotere beweging. Francesco voelt sterk dat de branche een vruchtbare transitie doormaakt. “Ik verwacht groei in alle opzichten. Als ik zie hoe flexibel jonge architecten in ons speelveld bewegen, ben ik hoopvol gestemd. We zijn als architecten onderdeel van het systeem waarin winstmaximalisatie de boventoon voert, aan ons om het van binnenuit te hacken. Dat kan alleen als we de kwaliteit van onze ontwerpen opvoeren en zo in plaats van prijsduiken waarde toevoegen die goede honoraria rechtvaardigen.”

Fotografie: Kathalijne van Zutphen
Fotografie: Kathalijne van Zutphen

Jolijn knikt: “Hoe beter we in staat zijn om onze maatschappelijke meerwaarde te tonen, hoe impactvoller we een rol kunnen spelen in het maatschappelijke debat. Als voorzitter wil ik graag helpen om onze branche te brengen waar ze thuishoort: midden in de maatschappij. En net als de maatschappij is ook ons vak veranderd. Vragen van opdrachtgevers zijn anders dan jaren geleden en ik vind dat we hierin ook de kansen moeten zien en niet krampachtig terug willen naar hoe het was. We kunnen samen met elkaar de positie van de architect en branche herdefiniëren en versterken door je solidair op te stellen en ruimte voor verandering toe te laten. Natuurlijk is de realiteitscheck dat de BNA veel verschillende stemmen vertegenwoordigt. Mijn missie is evenwel om al die verschillende groepjes en individuen te verbinden vanuit een gedeeld belang: een goede reputatie en meer verdienvermogen door van elkaar te leren. De jonge generatie en de gevestigde orde, de grote organisaties en de vernieuwende structuren.

De roep om inclusieve, leefbare straten, buurten en steden wordt alleen maar groter. Tel daar bij op dat we als architecten zijn opgeleid als creatief denker met de kunst om, op korte en lange termijn, integraal en ruimtelijk te kunnen denken en visualiseren. Dat is de kracht van ons vak. Wij kunnen cijfers met ruimtelijkheid verbinden, wetenschap met kunst en technologie met creativiteit. Goed ondernemerschap is wat dat betreft: je bewust zijn van de maatschappelijke en economische impact op de gebouwde leefomgeving en via het verbinden van verschillende belangen daarnaar handelen.”

Bemoedigend is ook, zo stelt Francesco na twee jaar voorzitterschap vast, dat er binnen de circa duizend BNA-bureaus veel jonge architecten actief zijn. “Ik merk het tijdens BNA-events maar ook op ons bureau: samenspelen met hen levert veel energie en creativiteit op.”

Jolijn: “De BNA organiseert al het nodige voor jonge architecten, ik zou graag met de beleidsteams, de Academies van Bouwkunst en met PEP verkennen hoe we de jonge generatie echt ‘duurzaam’ bij de vereniging kunnen betrekken. Dit zijn de toekomstige bureaus en het lid zijn van de BNA moet een bepaalde aantrekkingskracht hebben, een vanzelfsprekendheid van een club waar je bij wil horen.”

Het goede van de voorzittersverkiezing vond ze de hoge mate van betrokkenheid, van jong en oud. “Een pittige discussie over de koers is beter dan vanaf de zijlijn roepen hoe het beter moet. Niet-leden roep ik wat dat betreft graag op: word allemaal lid, sluit je aan bij de BNA en laat je stem horen binnen de vereniging. We hebben elkaar echt nodig. De BNA is de stem van alle architecten en kan een veelzijdiger geluid laten horen. Samen kunnen we een vuist maken en publieke betrokkenheid tonen in het ruimtelijk debat. Samen bewijzen en uitdragen dat het ontwerp en de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit voor tal van vragen en maatschappelijke issues ertoe doet.”

Als voorzitter wil ze de komende tijd veel energie stoppen in het inniger verbinden van de leden bij het reilen en zeilen van de BNA. “Het beleidsplan dat nog tot eind 2022 wordt uitgevoerd, barst van de nuttige en betekenisvolle activiteiten. Parallel daaraan zal in 2022 een nieuw beleidsplan worden gemaakt. Ik kijk ernaar uit dat in gesprek met bureau, bestuur, ledenraad en onze leden te maken.”

Francesco’s tweejarige ervaring als voorzitter leert hem dat er vanuit de BNA organisatie inderdaad veel goede dingen gebeuren met en voor de leden, van lobby tot programma’s ter versterking van de BNA-bureaus, en programma’s die ‘circulair doen’ en ‘technologie benutten’ stimuleren.

‘Veel gebeurt achter de schermen, en er wordt ook hard gewerkt aan het zichtbaarder en tastbaarder maken van geboekte resultaten. Tegelijkertijd mogen we ons als beroepsgroep ook best wat beter bekwamen in ‘geven en krijgen’ – wat genereuzer worden. Dat zou de reputatie van onze branche ten goede komen.”

Hij kijkt met veel voldoening terug op de belronde die vlak na de lockdown in maart 2020 plaatsvond. “We hebben toen met het bestuur en het BNA-team ruim 600 leden gebeld om te vragen hoe het met ze ging. Dat leverde veel goodwill op maar ook waardevolle feedback, ook voor de lobby in het Haagse. Veel bureaus maakten zich bijvoorbeeld zorgen over het stilvallen van de bouw, waarna we samen met onder meer Bouwend Nederland hebben gelobbyd om de bouwplaatsen open te houden en gevallen waar het mis ging aan te melden – met succes. De bouw is in de benen gebleven ”

‘Laten we het maatschappelijk bewustzijn en het engagement leidend maken in onze ontwerpen en in hoe we samenwerken’

Jolijn is het eens met zijn wens tot meer generositeit. “Dat geldt wat mij betreft ook voor de mores binnen bureaus, daar is ook nog een wereld te winnen. Ook hier: altijd met het beginsel van gelijkwaardigheid en diversiteit als kwaliteit bovenaan. Want ook alleen dan kun je als architect je rol geloofwaardig vervullen binnen de maatschappelijke vraagstukken. Laten we het maatschappelijk bewustzijn en het engagement leidend maken in onze ontwerpen en in hoe we samenwerken - met elkaar en met opdrachtgevers en gebruikers. Architectuur maken die een afspiegeling van de maatschappij is - inclusief, duurzaam en gezond - en hier samen met de markt nieuwe verdienmodellen voor ontwikkelen waar iedereen baat bij heeft. We staan voor zulke grote uitdagingen op het gebied van klimaat, woningbouw en energietransitie dat we elkaar nodig hebben. Samenwerkingen in onderzoek en praktijk met de markt, de overheid, het College van Rijksadviseurs, universiteiten, gemeenten en de bouwwereld is meer dan ooit noodzakelijk.”

Over het voorzitterschap
Jolijn Valk is de 17e voorzitter sinds Karel de Bazel (1908) en met haar 42 jaar tevens de jongste. Valk is voor twee jaar gekozen en kan eenmalig worden herkozen voor nog eens twee jaar. Tot het inwerkprogramma behoren onder meer een mediatraining, sessies over het wezen en de werking van de BNA als branchevereniging, een kennismakingsronde langs strategische relaties, bestuur, ledenraad en het BNA-team. Dit najaar zal Jolijn bovendien veel leden ontmoeten tijdens – onder meer – de uitreiking van het BNA Beste Gebouw van het Jaar 2021 (16 september) en de BNA Architectendag (4 november) waarop ook de 43e BNA Kubus wordt uitgereikt.

Profielfoto van Jolijn Valk

Geschreven door

Jolijn Valk

BNA-voorzitter